Het stuk vertelt het verhaal van Lucy, de laatste der Kronkies (Christine Vangeel), die een zorgeloos bestaan leidt in haar afgelegen huis dat het midden houdt tussen een overdekte vuilnisbelt en een paradijs voor verzamelaars. Op een dag krijgt zij het onverwacht bezoek van de familie Nubbs. Ze hebben geld geroken en trachten haar op alle mogelijke manieren haar poen afhandig te maken. Lucy’s leven verandert ingrijpend. Dit gegeven komen we in een later stuk van dezelfde auteur weer tegen (cfr. Staanske, Staanske 1994).
Vader en zoon Wijns speelden vader en zoon Nubbs. Dochter Jenny, hoogzwanger, werd vertokt door een jonge Lieve Kenis terwijl een al even jonge Myriam Taels grootmoeder Nubbs -overtuigend overigens – neerzette.
Verder speelden nog mee : Hilde Van de Eynde als Rosie Montefalco, de buurvrouw en ene Oscar, een goudvis.
Op één van de voorstellingen arriveert Christine Vangeel maar net op tijd (komt van een bevalling).
Vanaf januari 1983 startte o.l.v. een bezige Jef Zagers de activiteiten van ‘de studio’ weer.